vrijdag, april 15, 2005

Woutloper

Woutloper
(geschr. 02-01-2005)

Ben ik een verkoelde zonnestraal,
ben ik een grauwe druppel
in een helderblauwe oceaan?

Ben ik een sterveling temidden goden,
is de warmte die ik aanbied te lauw
of is het in je hand vergaan, verdronken
in versplinterend liefdesdauw, toen de zon
herrees en ik, verblind door het licht,
te vroeg sprak over beminnen en liefhebben,
en roekeloos onverwachts zei dat ik van je hield?

Schrijf ik ijs en hagel in plaats van woorden
ben ik een verdwaalde vogel die vliegt als
een verdwaasd wezen door trillend hete lucht?

Ik zie mezelf in de scherven
van een onzichtbare spiegel
en dool oostwaarts over donkergroene,
weemoedig rimpelende nevels,
met in mijn hand een gesloten schelp
waarin haar beeltenis schuilt
tot het ooit weer morgen wordt,

in het westen...

dinsdag, april 12, 2005

Lentenacht

Lentenacht
(12-04-2005)

Mijn leven een huiverende lentenacht
- zal ik ooit onder een zomerse zon ontwaken?

Mijn hart deint op en neer, dwalend
op de golven van een levenloze hemelzee
vol sterren.
Pas als zij ontdooid zijn, niet star meer
door immer warmte werende lentewinden
en het bodemloze donker in wolken van droefnis,
dan,
wanneer de laatste kilte rondom hen verkwijnt
door een geladen omarming,
dan zullen de moedeloze golven waarop ik eertijds voer,
schitteren met het licht van duizenden sterren.

Mijn leven een huiverende lentenacht
- zal ik ooit onder een zomerse zon ontwaken?

Mijn geest zou, verblind,
alle nevels verdrijven