Een gedicht. III
Een gedicht. III
ach lief meisje,
jij, liefje, ja, jij
wier huid rimpelt en terug vlak wordt
als je mijn woorden spreekt
- net alsof zij deinend rondwaren in je lichaam
op zoek naar hun thuisland
– je hart –
terwijl ik vanop een verre maan toekijk
hoe jij hen koestert en bemint,
niet mij
ach lief meisje
jij, liefje, ja, jij
naar jou jaag ik mijn zinnen
altijd opnieuw elke nacht,
zonder dralen, ik jaag hen op pad
zij zijn niets zonder jou,
niet zonder jou
ach lief meisje,
jij, liefje, ja, jij
wier huid rimpelt en terug vlak wordt
als je mijn woorden spreekt
- net alsof zij deinend rondwaren in je lichaam
op zoek naar hun thuisland
– je hart –
terwijl ik vanop een verre maan toekijk
hoe jij hen koestert en bemint,
niet mij
ach lief meisje
jij, liefje, ja, jij
naar jou jaag ik mijn zinnen
altijd opnieuw elke nacht,
zonder dralen, ik jaag hen op pad
zij zijn niets zonder jou,
niet zonder jou
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home