Voor Eurydice VII.
Ik durf haar niet te spreken:
in haar ogen lees ik geen liefde
Ik keer mij af:
ik word een zwijgzame schim.
Maar is ze er niet
dan zou ik haar zoeken,
overal, tot ik terug dim
van alle moed verstoken
wanneer ik haar heb gevonden
- ach, heeft men mij dan
zo'n klein hart geschapen?
in haar ogen lees ik geen liefde
Ik keer mij af:
ik word een zwijgzame schim.
Maar is ze er niet
dan zou ik haar zoeken,
overal, tot ik terug dim
van alle moed verstoken
wanneer ik haar heb gevonden
- ach, heeft men mij dan
zo'n klein hart geschapen?
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home