maandag, maart 07, 2005

De kraai en de zee

De kraai en de zee

Waar de helrode gloed verstierf onder de nevels
Van de avond, vloog een eenzame vogel naar zee.

Een kraai was het,
en mijmerend gekras verried zijn droefnis
toen de laatste hoop verdween achter de horizon,
en men zag enkel nog duisternis in zijn pikzwarte ogen.

Vederloos zweefde ik op de avondbries naar zee
liefde die niet gedeeld werd, verdween onder de kimlijn
om nooit meer te verschijnen: mijn hart werd kleurloos,
maar in mijn ogen zag men nog steeds het azuur

de ogen staarden blind in mijn pupillen
en ik vloog heimelijk naar zee,
het graf van verdronken begeertes.

Langzaam viel de uitgeputte vogel naar beneden
het zout brandde al in zijn ogen, en hij huilde:
alleen zijn einde bracht het einde, de vervulling.
Net voor hij verzonk, richtte hij zijn ogen op
naar het laatste reepje licht in de verte

daarna verdwenen zij samen